Een vraag die eigenlijk in bijna elk renovatieproject terugkomt.
Hoe past er in mijn woning balansventilatie (ook wel systeem D genoemd) en wordt het dan een centraal systeem of decentraal systeem?
In dit blog gaan we je helpen met het maken van een keuze. Er zijn overigens veel verschillende technische oplossing op de markt maar hier doen we een poging om het simpel en overzichtelijk te houden.
Eerst nog een korte uitleg over balansventilatie:
Dat is een ventilatiesysteem met warmteterugwinning. De net opgewarmde lucht in het huis geeft zijn warmte af in een warmtewisselaar aan de instromende lucht van buiten. Zo verlies je weinig warmte met ventileren. Ten opzichte van mechanische afvoer (systeem C), waar net opgewarmde lucht naar buiten wordt geblazen, is dit dus een veel efficiënter systeem. Deze maatregel in combinatie met kierdichting zorgt eigenlijk in elke woning tot grote energiebesparing en veel meer comfort (geen koude lucht uit luchtroosters meer).
De voordelen van balansventilatie zijn:
- minder warmteverlies omdat ventileren 90% minder energie kost
- geen tocht (omdat er geen koude, maar voorverwarmde lucht de woning binnen komt)
- betere luchtvochtigheid
- de verse lucht komt via fijnstoffilters de woning binnen en wordt dus gezuiverd
- warmte van het koken en douchen kan worden benut t.b.v. verwarming woning
- verkoeling in de zomer door een zomerboost functie, die ‘s nachts koude buitenlucht in de woning plaatst
Een fijn systeem om te hebben dus, maar hoe pas je dat toe in bestaande bouw?
Wat is het verschil tussen centraal en decentraal:
Een centraal balansventilatie systeem bestaat uit 1 centrale box met aanvoerkanalen (vaak naar de slaapkamers en woonkamer) en afvoerkanalen (in de keuken, badkamer en WC). En twee kanalen naar buiten (aan en afblaas).
Een decentraal balansventilatie systeem is zonder kanaalwerk en is alleen een oplossing voor de ruimte waar deze geïnstalleerd is. Dit wordt in de praktijk vooral gebruikt in ruimtes die verwarmd worden (woonkamer & keuken of een werkkamer) en gecombineerd met een systeem C voor de ruimtes die veel minder verwarmd worden (bovenverdieping).
De materiaalkosten zijn overigens voor beide systemen bijna hetzelfde. Het centrale systeem komt duurder uit omdat het meer arbeid vraagt om aan te leggen. Ook geeft centrale balansventilatie meer overlast tijdens de aanleg, omdat er in de hele woning gewerkt wordt.
Nu antwoord op de vraag: wanneer kies je voor welk systeem?
Het antwoord is simpel. Kies centraal als het technisch en financieel mogelijk is en je “Ja” kan antwoorden op onderstaande vragen:
- Is het mogelijk om het benodigd kanaal werk in het huis aan te leggen? Twee kanalen naar buiten (niet te dicht op elkaar) en kanalen naar elke ruimte in de woning.
- Is er een technische ruimte (die gecreëerd kan worden) waar de box geïnstalleerd kan worden met mogelijkheid voor condens afvoer EN kanaal werk naar buiten en naar binnen?
- Wordt de hele woning aangepakt met isolatie en grondige kierdichting?
Als het technisch niet mogelijk is (door gebrek aan ruimte, aan een goede locatie voor de gaten of aan ruimte voor kanalen) of je bent niet van plan de gehele woning te verduurzamen, dan kom je uit bij decentraal en focus je op de ruimtes die je verwarmt.
Kies je voor een decentraal balans ventilatiesysteem, dan moet je nog steeds nadenken over ventilatie in de overige ruimtes. Je hebt dan naast de decentrale balansventilatie (die geïnstalleerd moet worden aan een gevel) ook een systeem C nodig voor de bovenverdieping. Zo een systeem creëert onderdruk in de woning. Via luchtroosters (of bv S-fans van Climarad) wordt verse lucht aangevoerd, die via spleten onder de deuren naar alle overige ruimtes in de woning gaan. Zo een Systeem C is vrij makkelijk en goedkoop aan te leggen, maar mag niet worden vergeten.